Inboedelverzekering

Een verzekering vergoedt de schade aan de huishoudelijke inboedel die kan ontstaan door een groot aantal gevaren. Als de schade niet gerepareerd kan worden, vergoedt de verzekeraar de nieuwwaarde. Voor goederen waarvoor geen nieuwwaarde kan gelden (antiek en dergelijke) geldt de normale vervangingswaarde. Bij een inboedelverzekering is een groot aantal gevaren verzekerd zoals brand, rook- en roetschade, storm, inbraak en diefstal, diverse vormen van waterschade, aanrijdingen en vandalisme. Als reparatie niet mogelijk is, wordt de nieuwwaarde vergoed. Uitgesloten blijven oorzaken met een catastrofe-achtig karakter, zoals oorlogssituaties, atoomkernreacties en overstromingen.

Deze verzekering wordt vaak ‘brandverzekering’ genoemd, verwijzend naar het belangrijkste risico dat vroeger werd gedekt. Maar inmiddels is de dekking veel ruimer. Verzekeraars concurreren niet alleen op prijs, maar ook op voorwaarden. In het algemeen gelden er doorgaans wel beperkingen voor inwoners van grote steden en voor kamerbewoners, dit onder meer in verband met diefstalgevoeligheid. Naast directe schade aan de inboedel zijn ook bepaalde kosten gedekt, zoals de kosten van het opruimen na een schade of het opsporen van de oorzaak van een lekkage.